Op mijn tiende, we waren net uit Nossegem verhuisd naar de Olivier de Spoelberchstraat in Wespelaar, ging ik in september 1973 voor het eerst naar school in Haacht-Station. Naast ikzelf, hadden er zich voor de 5de klas bij mevrouw Weynants, een vriendelijke al wat oudere lerares met een zwak voor chocotoffen, nog twee andere nieuwe leerlingen aangemeld, Philippe en Alain. Wist ik veel dat Alain en Philippe jarenlang vrienden zouden blijven en dat de helaas veel te vroeg overleden Philippe mijn schoonbroer zou worden. En dat we vele avonturen zouden beleven bij de scouts, die toen nog als VVKS Brigands Haacht bekend stonden.
Want na de onwennige eerste schoolweek stuurde mijn moeder me op zaterdag ook voor het eerst naar de welpen. Mijn grasgroene trui had ze zelf gebreid en ze had ook ergens tweedehands een groene welpenpet op de kop getikt. Aan het scoutslokaal maakte ik in de intussen afgebroken oude hoeve in de Neerstraat kennis met mijn leiders Akela, Bagheera en Baloe.

Dat Baloe genoemd werd naar de bruine beer uit de Disneyfilm van het Jungleboek, wist ik al. Alle welpenleiders en -leidsters haalden hun namen uit dat boek van de Britse schrijver Rudyard Kipling. Onze Baloe, echt een beer van een vent in mijn kinderogen, heette in de werkelijke wereld Jan Van der Aa. Hij was mijn meest geliefde leider.
Akela, de leider van de welpenhorde, ging als Jan De Pierre door het leven. Vooraleer hij op zekere dag met een lief kwam aanzetten, werd van hem gezegd dat hij voor pastoor leerde. Akela vond ik eerlijk gezegd wat te streng naar mijn goesting. Maar dat kwam misschien vooral omdat hij mij geen eerste ster gunde op mijn eerste welpenkamp in Wezemaal.
Bagheera, de leidster met de naam van de zwarte panter uit het Jungleboek, was ook wel mijn favorietje. Ik hoedde me ervoor dat te veel te laten merken, want welpen moeten stoer en flink zijn. Bagheera was een beetje de moederfiguur van onze horde. Ik herinner me haar naam niet meer, maar wel dat Baloe en Akela al eens uit hun rol vielen en haar dan met haar meisjesnaam aanspraken. Toen ik op een of andere sneeuwvergadering in december bibberde van de kou, mocht ik haar trui lenen, die ik heerlijk ruiken vond.

Die eerste keer dat ik naar het welpenlokaal trok, was ik nog zenuwachtiger dan op mijn eerste schooldag bij mevrouw Weynants. Gelukkig waren er bij de welpen tot mijn aangename verrassing ook enkele nieuwe klasgenootjes van de partij: de al genoemde Alain, Walter, die enkele jaren geleden overleden is, Kris, Joan en Eric. En misschien ben ik er nog enkele vergeten.
Met heel wat van die jongens zou ik vele scoutsavonturen later in de leidingsploeg zitten van de VVKS Brigands Haacht. Met Joan en Leo, die een jaar te vroeg bij de welpen toegelaten was, begon ik aan mijn eigen carrière van welpenleider. Vijf jaar zou ik Akela zijn, met Joan en Leo als Baloe en Bagheera. Later kwamen daar nog twee jongere leiders bij, Raf en Freddy, die Kaa de slang en Chil de wouw werden. Ook die laatste twee zijn helaas veel te vroeg overleden.
Bij de welpen waren een bosspel met dassenroof, en de hindernissencross met een apenbrug, mijn geliefkoosde activiteiten. Voor een bosspel gingen we nu eens naar het Trambos en dan weer naar de Hooiberg op Sint-Adriaan. Die “berg” was drie kwartier stappen langs de Spoorwegstraat en de Dreef. Onderweg leerden we welpen- en andere scoutsliedjes zingen: De machtigste koning, Een kleine welp, het Beloftelied en nog vele andere.
Op de Hooiberg was het geweldig “pottekestamp” spelen, met de bal die in de kom lag van de grote zavelput die er uitgegraven was. Dat spel bleef heel mijn scoutsverleden van welp tot groepsleider populair, net als Dikke Bertha.
Als er één ding van dat scoutsverleden op de zeef van de tijd blijft liggen, is het de vriendschap voor het leven met vele oudscouts. En dan wil je de viering van 70 jaar Scouts en Gidsen Haacht-Station, aan die prachtige nieuwe lokalen aan de Elleveldweg waar de leden van onze jeugdvereniging vandaag hun avonturen beleven, voor geen goud missen. Het was voor jong en oud, van de kapoenen tot de oudste aanwezige oudleidster van de gidsen, een onvergetelijk gebeuren.
Het deed me iets toen al die scouts en gidsen en hun leidingsploeg, van klein naar groot, voor de sluiting in een vierkantsformatie stonden aangetreden en hun kreten schreeuwden terwijl ze van rust ter plaatse in de houding sprongen om acht te geven. En dan was het tijd voor het feest en voor de verhalen, de herinneringen, de nieuwe plannen.

Zo kijken we uit naar de oudleidingdag van 9 december en de stamdropping op 9 maart 2024. Wacht voor die laatste activiteit niet langer om je in te schrijven! Meer info op de Facebook-pagina “once a scout always a scout” of op http://www.scoutshaachtstation.be.
je zou goesting krijgen te reageren op de oproep van Peter, maar mijn ouderdom laat het heel zeker niet meer toe.
nonkel Georges
LikeGeliked door 1 persoon
Zulke mooie tijd…en inderdaad, die vriendschappen en kennissen, die blijven !
Dirk ( aka de Seele )
LikeGeliked door 1 persoon
Weeral een fijn brokje lektuur.
LikeLike