Lang voor de wekker ging, haalde vanochtend niet het gejubel van de vogels om het aanbreken van de dag maar het luide geruis van de regen me uit mijn slaap. Toen kon ik nog niet weten dat omstreeks dezelfde tijd enkele kilometers verder richting Brussel iemand anders ontwaakte en besliste dat het leven lang genoeg had geduurd.
In het station van Mechelen zou ik over deze anonieme mens voor het eerst horen. De treinbegeleider riep er om dat een aanrijding met een persoon ongeveer één kilometer voor het station van Vilvoorde een onbepaalde vertraging veroorzaakte. Ongeveer een kwartier later zette uit Mechelen de eerste stampvolle trein richting Brussel zich in beweging.
Stapvoets reed hij voorbij de plaats van het ongeval. Rechtstaand tussen de banken was het eerste dat ik van de veroorzaker van de vertraging zag een witte sportschoen, eenzaam op het spoor. Beneden aan het spoortalud spotte ik in een afgelegen straat enkele ramptoeristen en een politiecombi. Flink wat meters verder op het andere spoor stond de trein die de drager van de schoen had aangereden stil. Een functionaris met een oranje veiligheidshesje aan was tussen de twee sporen een opdracht aan het uitvoeren waarnaar ik het raden had. Vele seconden later passeerden we de locomotief. Geen resterende sporen meer van de aanrijding. Enkele meters vóór de trein had iemand in de dikke spoorkeien een minuscuul rood vaantje geplant. Eens daar voorbij, versnelde mijn trein, om korte tijd later weer te vertragen bij het binnenrijden van Vilvoorde.
Volgens de in de media op dat moment aangehaalde woordvoerder van Infrabel had het incident voor vertragingen gezorgd die konden oplopen tot een kwartier. De vertraging die de borden bij aankomst in Brussel-Centraal in rode cijfers markeerden, gaven een versie die voor de treinreizigers veel minder gunstig uitviel.
Dat de aanrijding van de betrokken persoon tot zijn of haar dood had geleid en dat het om een wanhoopsdaad ging, zoals iedereen op de trein meteen had verondersteld, was op het moment dat ik dit post nog niet bekendgemaakt. Maar dat leid ik af uit enkele bijkomende berichten in de online-pers. Radiomaker Koen Fillet zou getwitterd hebben dat gevoelige reizigers op volgende manier waren gewaarschuwd door de NMBS: “Zo dadelijk zullen wij de plaats van een ongeval voorbijrijden. Mogen wij u vragen uw blik af te wenden? Dankuwel”. Ook andere reizigers lieten weten dat het lichaam niet afgedekt was en dat voorbijgangers daardoor alles konden zien wat er gebeurd was. Ik niet dus.
De belangrijkste vragen die ik me bij dergelijke naar verluidt steeds vaker voorkomende persoonsaanrijdingen op het spoor stel, bleven onbeantwoord, zoals gewoonlijk: wat heeft het aangereden slachtoffer ertoe aangezet op het spoor post te vatten? Hoe lang zou hij of zij dat plan al hebben gekoesterd? Waarom voerde hij of zij het net vandaag uit, op een dag dat de hemel al overliep van tranen? Voor wie allemaal stort met zijn of haar dood vandaag de wereld in? En hoeveel reizigers die gehinderd door zijn of haar wanhoopsdaad later op hun werk aankwamen, stelden zich die vragen? God mag het weten, de media vertellen het niet.