Langs de Compostellaroute van Maubeuge naar Saint-Quentin (5)

We zijn op de laatste stapdag van onze driedaagse weer meer dan 30 kilometers onderweg naar Saint-Quentin. Aangezien ik na onze aankomst in die stad met een kathedraal mijn notaboekje niet meer heb aangevuld, moet ik nu hier en daar wat improviseren.

We verlaten Bohain-en-Vermandois langs een pad dat ons langs een beek leidt die onder de spoorweg doorloopt. Van daar volgen we een track door de glooiende velden en bossen van Noord-Frankrijk. We speurden de horizon af om van kerktoren naar kerktoren te wandelen en rijgen de gehuchten langs de Compostellaroute aan elkaar.

Een van de hoogtepunten van de laatste wandeltocht is ons bezoek aan de bronnen van de Somme. Ik dacht dat we het water ergens van uit de grond zouden zien komen, maar dat was een vergissing. Wat ze in het gehucht Fonsomme de bronnen van de Somme noemen, is een vijver die gevoed wordt door een stevig uit de kluiten gewassen beek met erg koud water dat ergens van onder een duiker tevoorschijn vloeit.

De bronnen van de de Somme hebben een toeristisch kleedje aangetrokken, met mooie wandelpaadjes, een keurig afgereden grasperk, wat afgeboorde wandelpaadjes en natuurlijk een parking voor de toeristen. Er staat nog een hokje dat gesloten is en waarvan we dus het nut niet kunnen doorgronden. Onze hoop om eens iets anders dan water te kunnen drinken was daarmee gesmoord.

Aan het vijvertje dat voor de bronnen van de Somme doorgaat, waren we niet de enigen die pootje baadden in het water. Twee jonge vrouwen speelden met een hond aan de oever van het water. Ze experimenteerden met een drone en lieten de hond erachteraan hollen. Wij maakten van een rustpauze gebruik om even onze botinnes uit te trekken, onze drinkflesjes aan te spreken en een snack die nog in onze rugzakken zat te verorberen. In de zon op het gras was het al lekker heet.

Achter het parkje van de bronnen volgen we de Compostellaroute langs een beek. We komen in een gebied met diverse kanaaltjes, vijvers en beken met veel groen en bos. We spotten er een specht, een stel eenden en een reiger. Enkele kilometers verder belanden we weer tussen de velden. Op een pad onder een hoogspanningslijn eten we onze picknick op.

Het landschap blijft langs het Compostellapad hetzelfde: op de grote glooiende velden lopen we weer langs reusachtige herenhoeves met enorme schuren en stallingen. Brede stroken groene hagen bakenen de landbouwpercelen af. Tussen de velden geselen tracks van granieten stenen onze voetzolen. Alleen reusachtige tractoren met een oplegger voor de balen kunnen er makkelijk over rijden.

Wanneer we aan een veld met grote windmolens komen, zien we voor het eerst in de verte de kathedraaltoren van Saint-Quentin. We passeren nog enkele gehuchten en straten met triestige, eenvoudige en kleine huurwoningen tot we aan de eerste huizen van Saint-Quentin komen, waar we op een geopend café stuiten. Daar kunnen we niet zomaar aan voorbijgaan. In de kroeg zitten vier klanten hun dorst te lessen, want buiten is het te warm. We kopen er twee blikjes ijskoude cola, want ons resterend water is al lang niet meer koel. Bart kijkt eens op zijn wandelapp en schat dat we nog een vijftal kilometers langs het kanaal van Saint-Quentin moeten stappen vooraleer we in de stationsbuurt arriveren.

Op een halve kilometer van het station passeren we een strand met een grote zwem- en roeivijver. Op het strand staan speeltuigen en minstens één grote cafetaria. Het lijkt wel Hofstade plage, maar het complex werd Plage d’Etang d’Isle gedoopt. Voorbij de vijver zien we in de verte het station liggen.

Even aarzelen we of we ook nog naar de uit de middeleeuwen stammende Sint-Quintinusbasiliek van Saint-Quentin zullen stappen, wat we eigenlijk moeten doen om onze stempel te halen, maar die kerk laten we voor wat hij is. Onze volgende etappe op de Compostellaroute zal immers in Saint-Quentin starten, dan hebben we nog een kans om ons stempelboekje aan te vullen.

We besluiten eerst onze treintickets naar Maubeuge te kopen. Daarna gaan we nog een pint drinken op het terras van een café zonder klanten. Paix Dieu heeft de uitbaatster niet, maar Karmeliet wel. Het is er duurder om op het terras een consumptie te gebruiken dan binnen te zitten. Goed op tijd belanden we terug in het station van Saint-Quentin om de trein naar Maubeuge te nemen.

Het ticketje om de gratis parkeergarage binnen te geraken vind ik niet in mijn portefeuille, het zal dus nog op het dashboard van mijn wagen liggen, hoop ik in stilte. In Maubeuge hebben we een strategie bedacht om toch zonder ticket de garage in te geraken: terwijl ik aan de voetgangersingang aan de parlofoon iemand aan de lijn probeer te krijgen, trekt Bart gewoon aan de toegang voor de wagens de wacht op tot een auto de poort binnenrijdt en hij mee binnen kan glippen. Maar voor dat gebeurt, krijg ik een man aan de parlofoon zo vriendelijk om de voetgangersdeur voor mij open te maken. Anderhalf uur later zet ik Bart af in Wakkerzeel.

Dit bericht werd geplaatst in Compostellaroute, reizen, vriendschap, vrije tijd en getagd met , , . Maak de permalink favoriet.

1 Response to Langs de Compostellaroute van Maubeuge naar Saint-Quentin (5)

  1. Onbekend's avatar Anoniem schreef:

    na Corsica is deze uitstap ook een goeie …..

    Like

Plaats een reactie