Naar Porto di Ota

Het zou een beetje gek zijn om in Corsica langs de Mare a Mare Nord te wandelen, zonder een zee gezien te hebben. Aangezien we via Vizzavona met de trein naar Corte reisden en de oostkust van het eiland niet bezochten, proberen we dus vanuit Evisa in Porto di Ota te geraken. Vanuit Evisa loopt er een etappe van de Mare e Monti-route naar Ota. Het is volgens onze reisgidsen een mooie wandeling, maar weer met bijna duizend daalmeters. Je passeert er bijvoorbeeld over de Ponte Vecchiu, een van de mooiste Genuese bruggen van het eiland. Maar toch, de vermoeidheid laat zich stilaan gelden. Daarom zullen we proberen naar de zee te liften. Onze gastvrouwen van B&B A Tiusella stellen ons nog eens gerust dat er heus wel snel een auto voor ons zal willen stoppen.

Dus vertrekken we vanuit onze B&B langs de D84 met de rugzak op de rug en onze duimen al van ver goed zichtbaar omhoog voor alle voertuigen die ons voorbijrijden. Bij het uitlopen van het dorp passeren ons tal van vierwielers, een bus vol toeristen, grote en kleine bestelwagens en mobilhomes. Veel wagens zijn helaas al vol met passagiers. Sommige chauffeurs doen teken dat ze maar een kort traject afleggen. Andere rijden ons zonder omzien vrolijk voorbij. Eens we een kilometer van de dorpskom van Evisa verwijderd zijn, passeren er minder voertuigen.

De zon hamert intussen haar hete stralen op onze lijven. Onze nochtans niet te zware rugzakken zorgen voor onaangename zweetplekken op schouders en heupen. De weg loopt ook niet meteen vlak. Langs de valleien slingert de D84 omhoog en omlaag. Gelukkig hebben we voldoende water mee. We ergeren er ons al na twee kilometers aan als een wagen ons voorbijrijdt, terwijl er plaats is om in de berm halt te houden en ons op te pikken. De moed zinkt ons in de schoenen als we beseffen dat via de D84 Porto di Ota 22 kilometers van Evisa verwijderd ligt. Marianne heeft nu al pijn in haar rechterknie.

Een maar half volle bus met toeristen rijdt ons ook voorbij. De chauffeur doet teken dat hij niet gemachtigd is om extra passagiers op te laden. Net als we het erover hebben dat liften tegenwoordig blijkbaar helemaal uit de mode is geraakt, komt er een blauwe huurwagen voorbijgereden. Naast de mannelijke chauffeur zit een jonge vrouw. Plaats genoeg voor nog twee passagiers, zeg ik, en dan verlaat de auto ineens de weg om zich op de berm te parkeren. We mogen mee, doet de chauffeur teken.

Wat een opluchting! We schatten dat we op dat punt zo’n vijf tot zes kilometers gewandeld hebben. Het wordt nog mooier als blijkt dat de twee inzittenden Nederlanders zijn. Onze rugzakken kunnen nog net in de koffer bij de bagage van het jonge koppel, Erwin en Linda. Hoe heerlijk voelt het om met dit jonge koppel te mogen meerijden. De huurauto is gloednieuw. ‘Waar moeten jullie heen?’, vraagt Erwin. Naar Porto, antwoorden we. Linda voert meteen een nieuwe bestemming in de gps van de wagen in: Porto.

Het koppel is die dag van plan verder noordwaarts langs de kust te reizen. Ze zetten ons af aan de Spar in Porto. We maken van het jonge stel nog een foto en wensen onze redders nog een prettige vakantie. Als ze terug vertrokken zijn, loopt Marianne de supermarkt in om nog wat dringende inkopen voor die dag te doen. Aan de overkant van de straat zie ik een café met een terras, waar ik me installeer met een Pietra. Wat later schuift Marianne bij met een tonic.

Van het cafeetje is het nog zowat 2 kilometer wandelen naar het kustdorp Porto. Aan het begin van de baan naar Porto passeren we aan een bushokje. De tijdstabel hangt er uit. Die is nuttig om weten, want morgen moeten we de bus nemen van Porto naar Ajaccio. Die mogen we niet missen, want er is er maar één per dag.

Langs de boulevard naar het dorpscentrum passeren we tal van hotels, cafés en restaurants. In het centrum van Porto valt er heel wat te bekijken. We checken eerst in bij Hotel Le Romantique, waar de kamer spijtig genoeg nog niet vrijgegeven kan worden. We mogen wel onze rugzakken achterlaten in een ruimte achter de receptie. De ernstige receptioniste die een carrière als lerares heeft gemist, geeft ons nog een lesje over hoe we de zon via een uitschuifbare luifel uit de kamer kunnen krijgen, hoe de afstandsbediening voor de airco werkt en hoe laat het ontbijt en diner worden geserveerd.

Als de receptioniste ons alles heeft verteld dat we moeten weten, gaan we op verkenning in het dorpje aan zee. Aan de kade van zeilboten en motorjachten liggen ook verschillende boten die excursies uitvoeren naar een van de populaire natuurwonderen nabij Porto, de Calanches de Piana, uitgesleten rotsen en grotten in zee, of de Gorges de Spelunca. De streek staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Hotels, restaurants, cafés, souvenirwinkeltjes, stalletjes om excursies te boeken, het toeristisch kantoor, alles wat er moet zijn, vinden we in Porto di Ota. Maar het is de Middellandse Zee die ons het meest aantrekt. Het water is warm en de golven zijn hoog. We doen een heerlijk zwemmetje in zee. Als we terug in het hotel zijn, kunnen we onze kamer betrekken. Die is inderdaad heerlijk, met een groot bed, een luifel voor de schaduw, een airco voor de koelte en een lekker hete douche.

Op Tripadvisor zoek ik het beste restaurant van Porto. Dat is de pizzeria La dolce vita, met een quotering van 4,9 op 25 restaurants. Daar vinden Marianne en ik zowaar nog een tafeltje. We hebben helaas net het happy hour gemist. Dat zien we aan de vele halve liters bier en cocktails die overal nog op de tafels staan. Aan een tafel vol mannelijke Nederlandse gasten zijn haast alle koppen al hoogrood.

De bediening in het restaurant is uitstekend. De patron mag zichzelf niet alleen gelukwensen met het beste restaurant van Porto, maar ook met de beste vrouwelijke kelner van onze reis. Ze is hoogblond en uitgedost in een hemelsblauw broekpak, vriendelijk, snel, efficiënt en met een energie en een flair die me doet denken aan Pommelien Thijs.

Dit bericht werd geplaatst in Corsica, reizen en getagd met , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie