Op het kruispunt van vijf wegen waar de Grijze Man woont, staat een paal met een nummer op, 504, een wandelknooppunt. Terwijl Marianne babysitte op Finn trok de Grijze Man zijn wandelschoenen aan om te profiteren van het zonnetje. Met de wandelknooppuntenapp knutselde hij een lange wandeling ineen, die hem van nummer 504 in Haacht over de Dijle naar Keerbergen zou brengen, van Keerbergen naar Ninde, de Lozen Hoek en Tremelo en van daar terug naar de Dijle, de Damiaanbrug voorbij en dan de Keerbergsesteenweg en de Oude Hansbrug over, om terug te keren naar paal 504. Volgens de knooppunten-app: een toertje van 21,5 km.
Van het startpunt wandelde de Grijze Man Keerbergenbroek in, dat is een straat, jawel, tot aan de afspanning Hof ter Dijle, die hij links liet liggen en het pad naar rechts koos naar de Dijledijk. Het laatste stuk van dat pad is niet geasfalteerd. Het stond onder water. Meteen met natte voeten zijn wandeling moeten beginnen, was niet naar de zin van de Grijze Man. Op een kluitje aan de weide waar zes zwarte boerenpaarden graasden met hun gat gekeerd naar de wandelaar, zocht de Grijze Man zijn weg voorbij het ondergelopen pad, waar hij zich wist staande te houden door de prikkeldraad van de wei vast te houden om toch maar niet in het water te sukkelen.
Eens op de Dijledijk genoot de Grijze Man al van de zon bij het oversteken van de nieuwe Wittegoudbrug, voor fietsers en wandelaars. De dooi was ingezet, merkte hij. Aan de Dijlehoeve zag hij al van ver de sneeuw van het magazijndak schuiven. De kippen in de ren achter het gebouw beleefden er de schrik van hun leven. In de weiden langs de Dijle baadden exotische ganzen die opvlogen als de Grijze Man passeerde.
In het moerassige natuurreservaat Broekelei waar hij insloeg, stond het water natuurlijk ook nog hoog. Het was zoeken om droge voeten te houden langs het wandelpad. Het water op het pad verplicht de wandelaar om helemaal langs de kant te vorderen, waar struiken met lange, scherpe doorns een aanval pleegden op de jeansbroek en de blote handen van de Grijze Man. Hij werd één keer tot bloedens toe in een wijsvinger geprikt, maar na wat zuigen raakte het bloeden gestelpt.
Via de Spuibeekweg en de Mechelsebaan wandelde hij het dorp van Keerbergen in, waar hij op de Haachtsebaan belandde. Het was markt in Keerbergen, waar het koud maar toch gezellig druk was. Heel wat kramen die op de Haachtse markt staan doen ook Keerbergen aan. Hij passeerde wat verder het Sint-Michielsinstituut, een middelbare school, en sloeg op de splitsing links de Molenstraat in.
Hij was intussen het virtuele wandelnetwerk van de wandelknooppunten ingestapt. Die knooppunten staan niet langer op een paal gevezen, maar je vindt ze terug op de wandelknooppunten-app. Aan knooppunt 906 passeerde hij de Heimolen, die nog actief is, waarna hij de Achiel Cleynhenslaan insloeg en via de Torteldreef de Oude Putsebaan overstak om aan de Jachthoorndreef een nieuw natuurgebied te betreden. Het pad dat volgens de app door dit natuurgebied hoorde te lopen, was helaas ondergelopen. De Grijze Man sprak er een wandelaar met een grote hond aan. De man had een alternatief pad gevonden, dat mooi langs de vijver liep. Het was de eerste keer op zijn wandeling dat de Grijze Man een omweg moest maken wegens een overstroming.
Langs de Nachtegalendreef kwam hij terug op de Achiel Cleynhenslaan, waar hij links de Mosvennedreef insloeg. Toen hij op zijn app keek en wat uitzoomde, zag hij dat hij een tweede ring van dreven rond het meer van Keerbergen aan het volgen was. Die eerste ring rond het meer is beroemd om zijn kasten van villa’s. Maar ook op de tweede ring stonden reusachtige villa’s waarvan de bewoners flink wat vermogensbelastingen zouden kunnen opbrengen, mochten de socialisten het op dat punt voor het zeggen krijgen.
De Grijze man keek zijn ogen uit naar de panden die waren verrezen waar jaren geleden het bos van Keerbergen nog een groene gemeente maakte. Hier en daar boden immokantoren nog de laatste bouwkavels te koop aan. De Grijze Man spotte er met zijn nieuwe verrekijkertje, een kerstgeschenk van Marianne, een groene specht hamerend op een grove den. Het zou de enige specht zijn die hij zag. Drie andere kon hij alleen horen maar niet lokaliseren. Aan bakkerij Steeman sloeg hij rechtsaf de Nieuwstraat in om wat verderop voorbij Café Lozenhoek links de Lozenhoekstraat in te slaan.
De Grijze Man herinnert zich nog hoe hij als voetballertje bij de jeugd van Sparta Haacht tegen de Lozen Hoek Keerbergen moest spelen. Verliezen was dan geen optie, integendeel, er werd van de Spartanen verwacht om op de Lozen Hoek minsten met drie goals verschil te winnen. De prachtige nieuwe voetbalterreinen van Lozen Hoek zagen er echt wel heel mooi uit, met goed onderhouden grasmatten, mooie kleedkamers, een parking met laadpunten en een fraaie kantine. Welke voetbalminnende jongen of meisje zou daar niet willen leren shotten? Langs de Lupineweg belandde de Grijze Man in de Bollostraat, waar hij rechtsaf sloeg, de Mwami-Mutaradreef in.
Wablieft, Mwami-Mutara? Wat een exotische naam voor een dreef van bemiddelden in Keerbergen, bedacht de Grijze Man. Na enig opzoekwerk kwam hij aan de weet dat mwami in het Rwanda van vorige eeuw koning betekende. Mutara III was Rwandees koning van 1931 tot 1959. Deze Tutsikoning bekeerde zich tot het katholieke geloof en onderhield goede relaties met de Belgische expats en missionarissen. Mwami Mutara bracht in 1955 een bezoek aan Keerbergen. Er bestonden plannen om een stuk bos aan te kopen en er een residentie te bouwen, maar dat is er blijkbaar niet van gekomen. De mwami werd in 1955 wel benoemd tot ereburger van Keerbergen. Wat van hem in Keerbergen rest is een straatnaam. Volgens Wikipedia overleed mwami Mutara III in 1959 onder verdachte omstandigheden.
De Grijze Man belandt van de Mutaradreef zomaar in de Kruisheide, een klein maar fijn natuurgebiedje van 5 hectare bos en heide, in beheer door Natuurpunt. In dit natuurgebiedje loopt geen enkel pad onder water dankzij de zanderige heidegrond. De Grijze Man spot er een bank, spijtig genoeg nog bedekt met sneeuw. Hij eet er zijn boterhammetjes op en drinkt er een heet theetje uit zijn thermos, staande aan de besneeuwde bank. Vinken en mezen houden hem goed in de gaten. Een Vlaamse gaai waarschuwt de vogels uit de omgeving voor de indringer.



Via de Leeuwerikweg steekt hij de Tremelobaan over. Hij slaat de Secretarisweg in die na de Helskensstraat uitloopt op een onverhard pad. Voor zover het oog van de Grijze Man reikt, is dat pad ondergelopen. De Grijze Man ziet zich voor een vijver staan die de toegang tot het bos verspert. Hij moet op zijn schreden terugkeren om elders terug aan te pikken op zijn uitgestippelde route. Dat worden dus extra meters wandelen. De virtuele route stuurt hem daarna op een ander onverhard pad langs een beek, die na tweehonderd meter ook plaats maakt voor een meer. Opnieuw moet hij uitwijken en een alternatief zoeken. De Grijze Man ziet nu in zijn app dat hij zich in een overstromingsgebied bevindt. Hij komt in de buurt van de Grote Laak. Nog twee keer moet hij zijn virtuele route afbreken wegens overstromingen.
Via de Boterstraat houdt hij gelukkig de voeten nog droog tot hij in de Pater Damiaanstraat in Tremelo de brug over de Grote Laak oversteekt. Overal in de landerijen rondom zitten meeuwen, eenden en nog andere watervogels die de Grijze Man niet zo onmiddellijk herkent. Ook het pad door de akkers dat van daar naar de Damiaanbrug over de Dijle leidt, is ontoegankelijk door de overstromingen.
Er loopt gelukkig wel een onverhard pad naar de Pater Damiaandijk zoals de Dijledijk daar gedoopt werd. Na verschillende kronkels in de Dijle bereikt hij de Damiaanbrug. Onderweg heeft hij in zijn verrekijker een buizerd en een witte reiger gevangen. Hij zet er nu stevig een grote pas in, na al die omwegen op zijn route door de overstroomde paden. In zijn gedachten klinkt het uit zijn paracommandotijd als een mars: links, rechts, links, rechts. De dijk nodigt niet alleen uit tot joggen of fietsen, maar ook tot wandelen en marcheren.
Nadat hij de Keerbergsesteenweg in Haacht is overgestoken marcheert hij de Oude Hansbrug over. Hij volgt de Hansbrugweg die wat verder de Binnenbeek overbrugt, tot hij aan een afslag rechts een pijl met knooppunt 504 ziet hangen. Het is het laatste onverharde pad naar de vijfsprong op Puttekomheide waar hij woont.
Maar ook dit pad tussen de velden is overstroomd. Daar waagt de Grijze Man zich toch op de zompige akkers door de modder, tot waar de Binnenbeek een bocht maakt en net smal genoeg stroomt om de Grijze Man toe te laten erover te springen. In de modder mist hij zijn afsprong half. Het scheelt maar een haar of hij sukkelt op het einde van zijn lange tocht toch nog in het water.
Terug op de asfaltbaan van Puttekomheide stampt hij de modder van zijn wandelschoenen. Na een kleine kilometer ziet hij al van ver de paal van wandelknooppunt 504 staan. Na een warm stortbad krijgt hij alleen nog met moeite en pijn zijn linkerknie geplooid. Gelukkig is ’s anderendaags de pijn weer vergeten.

mooie wandeling en mooi verhaal met mooie foto’s!
LikeLike