Wandeling naar Lissos (5)

Een beetje cultuur opsnuiven tijdens onze twee weken lange reis? Awel ja, waarom niet. Cultuur kan nooit kwaad, zeker niet in combinatie met een fikse wandeling. Marianne, onze grootste Kreta-specialist, heeft een tocht voorbereid die twee Rotherwandelingen combineert: de klassieke wandeling heen en weer van Sougia naar de archeologische site van Lissos en de rondwandeling door de Lissoskloof. Alles samen toch weer ruim 500 meter stijgen en dalen. 

Langs een stuk asfaltweg klimmen we omhoog tot aan de Agia Irini kapel. Van op het pleintje voor de kapel heb je een fraai uitzicht over het vissershaventje en het kustdorpje Sougia. Wat verder slaan we langs een hekken het wandelpad in. We klimmen langzaam verder omhoog over een hoogvlakte met veel struiken en dalen dan af naar de Lissoskloof. Die is met z’n zeven kilometer een klein broertje van de Samariakloof. Maar het is een mooie kloof, met veel mooie bomen en planten maar lang niet zo’n hoge wanden als in de Samariakloof. Aan een grote den kan ik het niet laten om naar een overhangende tak te springen en erop te klimmen, zoals in de goede oude paracommandotijd.

Wat dieper in de kloof komen we aan een splitsing. Het pad naar Lissos is rechtsaf. We volgen een steil en spectaculair klimparcours dat ons in een wip hoog tussen de bomen en rotsen van de kloofwand brengt, tot de dichte begroeiing schraler wordt en we weer een hoogvlakte moeten oversteken, de Kandouni-vlakte. Daar geraken we aan de praat met twee vriendelijke, jonge Franse klimsters die we voor laten gaan.

Op het einde van de hoogvlakte krijgen we zicht op de zee en de baai van Lissos. Het pad brengt ons nu steil naar beneden de vallei in, naar de archeologische site. Lissos en Syia, het huidige Sougia, waren in de oudheid de haventjes van Elyros, een van de belangrijkste steden van die tijd op Kreta, meer landinwaarts gelegen. Lissos bloeide tussen de derde eeuw voor en de zevende eeuw na Christus. In de negende eeuw werd het vernietigd door de Saracenen. In zijn bloeiperiode beschikte het over een grote handels- en visserijvloot. 

Op de site volgen we de wegwijzers naar de ruïnes van de tempel van Asklepios, de Griekse god van de geneeskunde. De tempel van Asklepios, die dateert uit de derde eeuw voor Christus, was in de bloeiperiode van Lissos beroemd in heel Kreta. Van over het hele eiland kwamen er zieken naar Lissos, dat bekendstond voor het geneeskrachtige water van de bron. Om de god van de geneeskunde te eren, werd in de stad het heiligdom van Asklepios gesticht, een Dorische tempel gebouwd met kalksteen. 

Een korte zucht van spijt ontsnapt mijn keel als ik een omheining rond de ruïne zie staan, waaraan een bordje met verboden toegang hangt. Maar na eens snel in het rond gespied te hebben naar mogelijke bewakers van de site, kruipen we net als een Nederlands koppel dat we daar tegen het lijf lopen via een gat in de omheining naar binnen. Op de vloer van de ruïne zien we de overblijfsels van een fraaie mozaïek die aangelegd werd door de Romeinen. In de mozaïek zaten afbeeldingen van dieren, al kan je daar vandaag niet zoveel meer van maken. De tempel zou vernield zijn door een aardbeving.  

Als we terug het pad volgen dat door de site loopt, stuiten we op een verhoging in het landschap op een klein kerkje. We lopen het aanvankelijk voorbij want verderop zien we de resten van een klein Romeins theater liggen. Er zijn nog opgravingen bezig, waarschuwt een verboden toegang-bord dat op de ditmaal efficiënte omheining errond is bevestigd. Na de obligate foto’s keren we op onze stappen terug en nemen we toch maar een kijkje in het Grieks-Orthodoxe kerkje Agios Kyrikos, dat gebouwd zou zijn op de grondvesten van een vroegchristelijke kerk uit de vierde eeuw na Christus. Het gebedsoord is niet afgesloten. Ook daar liggen op de vloer nog de resten van een mozaïek. Op de muren zien we enkele fraaie fresco’s.

Van aan het kerkje is het een boogscheut naar het centrum van de site. Daar staat naast een reusachtige eucalyptus een laag gebouwtje voor het personeel dat op de site werkt. Het is gesloten, maar ernaast staan enkele infoborden over de werken. Onder de boom en onder een afdak staan ook banken waar je kan schuilen voor de zon. Aan de eucalyptus borrelt een bron met drinkbaar water. Handig om onze veldflessen bij te vullen en, wie weet, heeft het bronwater hier nog geneeskrachtige eigenschappen. Dan gaan we snel op de banken zitten om te picknicken. Want van waar ze ineens komen, weten we niet, maar opeens smachten er op het centrale plein van de site veel mensen naar een zitplekje in de schaduw.

Na de picknick besluiten we het strandje op te zoeken om te zwemmen. Het pad naar zee loopt langs prachtige eeuwenoude olijfbomen en blokken en stenen waarin je hier en daar nog de hand van een steenhouwer herkent. Je moet je inbeelden dat heel de site hier eeuwen geleden vol gebouwen stond. 

De opgravingen van het oude Lissos begonnen ruim zestig jaar geleden, op het eind van de jaren vijftig in de vorige eeuw. Aan onder meer het Romeins theater te zien, zijn ze nog bezig. Meer dan een halve eeuw geleden ontdekten de archeologen al de ruïnes van het nog steeds niet geheel blootgelegde Romeins theater, maar ook die van een aquaduct, een begraafplaats, thermen en vroegchristelijke gebedshuizen. 

Op de site werden ook enkele dozijnen standbeelden gevonden. De belangrijkste, van de godin Hygeia, de godin van de gezondheid, en van Asclepius en Pluto, kunnen bewonderd worden in het Archeologische Museum van Chania. De archeologen dolven ook gouden munten op. Lissos moet echt wel een belangrijke plaats geweest zijn, als het z’n eigen munten sloeg. Op basis van die munten uit de derde eeuw voor Christus kon worden afgeleid dat het havenplaatsje een bondgenootschap had met koning Magas van Cyrene. Tijdens de opgravingen werd ook een groot aantal kleine beeldjes gevonden in de ruïnes van de tempel. Dat toont ook nog eens het belang van het heiligdom in die tijd aan. De beeldjes, de meeste zonder hoofd, staan ook uitgestald in het museum van Chania.

Op weg naar het kleine keienstrandje passeren we nog de kapel van Panagia, waarin oude marmerblokken zijn verwerkt. Nu pas zien we tegen de heuvel aan de andere kant van de vallei tientallen gewelfde stenen gebouwtjes staan. Dat moeten de graftombes van een eeuwenoude Romeinse begraafplaats zijn. Er zouden er zo’n 120 staan maar we zijn ze niet gaan tellen.

Aan het piepkleine strandje honderd meter verder zitten, liggen of zwemmen nog zo’n dozijn zonnekloppers. Er is tegen de rotsen van de baai een kleine steiger gebouwd. De keien en stenen op het strand maken het wel niet comfortabel om te zonnen of gemakkelijk om in zee te gaan. Toch lukt het ons om te zwemmen, het diepblauwe zeewater is einde mei in Kreta al heerlijk.

Er komt een motorbootje aangevaren dat nieuwe passagiers naar Lissos brengt. De site is dus niet alleen te voet bereikbaar via de wandelpaden. Het bootje wiegt nog fel op en neer terwijl de passagiers voorzichtig op de steiger stappen en enkele baders terug aan boord proberen te klauteren. Op deze manier waren er dus ineens zoveel mensen op het pleintje rond de eucalyptus toegestuikt, realiseren we ons. 

De komst van het motorbootje geeft Marianne en Christel een idee: ze kunnen voor enkele euro’s met het bootje terug naar Sougia. Dan moeten ze niet meer die driehonderd meter hoge klim uit de vallei doen, de hoogvlakte oversteken en de afdaling door de kloof naar Sougia doen. Erwin en ik willen wel nog het laatste stuk van de kloof doen, ook als we daarvoor eerst nog weer driehonderd meter tot aan de hoogvlakte moeten klimmen.

Na het vertrek van het motorbootje komen er ineens verschillende andere bootjes uit Sougia aangevaren. Ze hebben tafels en stoelen aan boord, koffers en kisten, vaten en manden. Het is de werkploeg van de trouwpartij, die alles aan land begint te zeulen om op het pleintje rond de eucalyptus een onvergetelijk vervolg op het trouwfeest op poten te zetten.  

Als Erwin en ik op de terugweg opnieuw het centrale pleintje van Lissos passeren, zijn tien goedgemutste Grieken volop bezig met de herinrichting van het plein tot een trouwzaal zonder dak of muren. Daar hadden we die avond wel graag bij geweest. Met goede moed en gevulde drinkbussen verlaten we Lissos en klimmen we op een stevig tempo de berg op. De hoogvlakte is even desolaat en heet als bij de heenroute, maar het stuk van de Lissoskloof dat we nog niet hebben gedaan, loont echt wel de moeite. 

We lopen weer vrolijk in de schaduw tussen de oleanders, magistrale rotsen en bomen en genieten van verrassende uitzichten in de kloof terwijl we als jonge snaken van steen naar steen op het pad naar beneden huppelen. We dalen af in dynamisch evenwicht, legt Erwin uit. Om je evenwicht bij het dalen te behouden, is het makkelijker om van punt naar punt te springen zonder halt te houden dan telkens opnieuw te stoppen en te moeten wiebelen vooraleer je de volgende stap zet. 

In ons dynamisch evenwicht dalen we in minder dan een uur de kloof af tot aan de vissershaven van Sougia. Over een kwartiertje zitten we op het terras van Santa Irena met een biertje, schat Erwin, het zal wel weer een uur duren vooraleer de vrouwen arriveren. Misschien kunnen we daarna nog een dutje doen, antwoord ik, want die avond kunnen we in hotel Santa Irena onze kamers betrekken. 

Opgewekt struinen we de boulevard van Sougia af en als we hotel Irena willen binnenlopen, komen Marianne en Christel lachend buiten. Ik geloof mijn ogen niet. Blijkbaar konden ze ongeveer op hetzelfde moment als wij vertrekken uit Lissos, met een motorbootje. Wat denken jullie, vragen ze, gaan we een terrasje doen of dragen jullie eerst de bagage naar onze kamers? 

Dit bericht werd geplaatst in cultuur, geschiedenis, kreta, reizen en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s