Geliefd en geloofd in Hever

Dat er veel volk zou zijn, daaraan had ik me verwacht. Maar niet zo veel. Om half tien was er geen zitplaats meer in de parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw in Hever. Het volk stond twee rijen dik recht langs de zijkant, stond op een hoop achter de banken en in het voorportaal, was achter het altaar plaats gaan nemen, bezette het koor, stelde zich, nadat de rouwende familie plaats had genomen, gaandeweg dieper in de middengang op. En nog kon niet iedereen binnen.

Hier werd geen wereldberoemde Vlaamse charmezanger ten grave gedragen, zoals elders die zaterdag in Vlaanderen, maar een geliefde vrouw van het dorp. Ze was zo bijzonder en toch heel gewoon, gewoon heel bijzonder, vermeldde haar bidprentje. Ze was de moeder van mijn schoolvriend Bert, die me verteld heeft dat hij zowat in elke straat in Hever familie heeft wonen. Zo had hij me subtiel aangemaand op tijd te komen.

Lou, zoals de moeder die geboren was als Marie-Louise zichzelf had omgedoopt, baarde vijf kinderen en kreeg elf kleinkinderen. Ze stond bekend om haar bloemschikkunsten bij de KVLV en was met haar man Remi een leven lang scout in hart en nieren geweest.

Anderhalf uur duurde de dienst die geen seconde verveelde, in een kerk waar geen pastoor aan te pas kwam, niet tot Jezus werd gebeden noch aan God vergeving gevraagd. De dienst werd voorgegaan door een oudere schooljuf die Lou goed kende van bij de KVLV en bij wie verschillende van haar kinderen in de klas hadden gezeten.

De muziek was de muziek die Lou graag hoorde en ook enkele liedjes die ze van haar kleinkinderen heeft leren kennen, jawel K3! De teksten waren geschreven door de voorgangster of door de kinderen en kleinkinderen. Ze brachten haar liefde, haar gaven, haar gastvrijheid en haar goedheid in herinnering. De meegezongen liederen huldigden haar engagement bij de gidsen dat ook tot het einde doorwerkte, binnen en buiten de scouts. Iemand declameerde de Funeral blues van W.H. Auden, in een prachtig Engels, in Hever of all places, al bevatte het uitvaartboekje een haast even mooie vertaling. Iedereen werd uitgenodigd om mee naar het kerkhof te gaan, om er een klein bloemstukje bij Lou neer te leggen.

Ik dacht: Vlaanderen heeft nog amper roepingen, steeds minder katholieken en te weinig priesters om in de vele kerken de mis te lezen. Misschien hebben we de Kerk gewoon niet meer nodig, tenzij voor rituelen zoals dit ontroerende afscheid van Lou.

Wat zag die vrouw graag, wat was ze graag gezien. Ze was er altijd, luidde de aanhef op de rouwbrief, ze was er heel veel, ze was er voor anderen en nooit teveel. Een kleinkind zei, zo vertelde haar zoon Bert, “als ik later zo oud ben als oma en grootva, wil ik ook nog even verliefd zijn.” Moeke en vake maakten geen ruzie, zei Bert nog, en hij voegde daar aan toe dat zijn vader wel eens zei dat je om ruzie te maken, met twee moet zijn.

Als er een goede God bestaat, dacht ik bij het buiten gaan, was Hij of Zij hier zeker ook, dat voelde je gewoon. En voor de rest, had ik daar in Hever van God of zijn vertegenwoordigers niet zo heel veel tussenkomst nodig. Zoals in de slotzin van het Avondlied van de scouts: Geef ons Heer, zegen en rust en vree.

Dit bericht werd geplaatst in liefde, samenleving en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Geliefd en geloofd in Hever

  1. Griet Barmans zegt:

    Prachtig, Peter.Dikke merci. Griet

    Geliked door 1 persoon

  2. Anoniem zegt:

    Dank je voor het compliment “… in een prachtig Engels”.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie