Flamingant

Nadat ik vanochtend het interview met Bruno De Wever had gelezen, stuurde ik naar enkele van mijn collega’s van wie ik dacht dat ze er wel in zouden geïnteresseerd zijn, volgende sms: Bruno De Wever slaat in DS weer spijkers met koppen.

Ik kreeg tal van antwoorden. Van ik lees het straks (bis), tot ik lees het nu. Een collega was verwikkeld in een pyamaparty met de kinderen, twee stachanovisten moesten vergader-ontbijten in een hipsterbar, nog een vierde was onderweg. Terwijl ik in Delhaize boodschappen deed, bleven ze elkaar maar heen en weer sms’sen, over van alles en nog wat. Behalve het interview.

Omdat sms’ssen niet mijn meest geliefde communicatiemethode is, schrijf ik hier even op Bruno De Weverwat me heeft getroffen in het interview met de oudere broer van de N-VA-voorzitter, de absolute autoriteit voor de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. In drie boodschappen, zodat het behapbaar blijft, zoals mijn baas het graag heeft. Ten eerste: België heeft een meerwaarde. Ten tweede: de voorstanders van het separatisme vormen een grote minderheid. Ten derde: Bruno De Wever blijft een flamingant. Ik herken me in die drie boodschappen.

Halverwege de jaren negentig zag wijlen Hugo Schiltz, die zichzelf niet als een separatist omschreven wou zien, geen meerwaarde voor Vlaanderen meer in België. Bruno De Wever omschrijft die meerwaarde meer dan 20 jaar later wél treffend: het Belgische overheidsniveau functioneert en N-VA is daar op het federale en het Vlaamse niveau trouwens het bewijs van aan het leveren. België wordt met daadkracht bestuurd door regeringen met een overweldigende Vlaamse meerderheid en een ideologisch gelijkgestemde Franstalige partner. De Vlaamse regering vormt daarvan de spiegel.
Bruno De Wever herinnert eraan dat we in een van de rijkste en meest vrije landen ter wereld leven, met een alle verhoudingen in acht genomen beperkte ongelijkheid. Dat we in een divers, vandaag zelfs een superdivers land leven, met een geschiedenis van samenleven, compromissen sluiten, evenwichten zoeken, vreemde talen leren, beseffen dat de realiteit complex is en mensen vaak bevooroordeeld tot ze elkaar beter kennen,… dat alles noemt hij een geweldige troef, die we niet zomaar uit handen mogen geven.

Ik ondervond het aan den lijve tijdens een grote trektocht met mijn dochters in Corsica: wat een geluk dat mijn dochters en ik Frans spreken en Engels en ons zelfs (vlot, in het geval van Winke) konden behelpen in het Duits. We ontmoetten ergens twee Spanjaarden die alleen Spaans spraken. Zij beleefden de trektocht in volslagen isolatie. En de Amerikanen en Engelsen gebruikten ons gretig als tolk.

Met het wassen van de stemmen van de N-VA en nog scherper sinds ik als tekstschrijver van de minister van Cultuur steeds dieper in het culturele veld penetreer, groeit mijn waardering voor het land waarin ik woon en de vervlechting van de culturele invloeden vanuit Wallonië of het superdiverse Brussel met het Vlaamse culturele leven dat me emancipeerde. Al kan er nog veel worden verbeterd ook, zoals de kennis van het Nederlands in het Franstalig onderwijs.

Hoe geweldig rijk zijn wij toch dat we niet alleen Breughel hebben maar ook Magritte, niet alleen Deus maar ook Stromae, niet alleen Zjef Vanuytsel maar ook Brel, niet alleen Willy Vandersteen maar ook Hergé. Hoe bevoordeeld zijn we dat we naar de opera kunnen in Luik, Antwerpen of Brussel? Dat we ondanks Claus, Boon of Buysse in onze canon ook nog een nobelprijswinnaar Literatuur hebben, die in het Frans schreef, Maurice Maeterlinck? Dat we in Vlaanderen ook trots kunnen zijn op de gebroeders Dardenne als Eric Van Looy of Stijn Coninckx nominaties voor filmprijzen binnenhalen?

Ik geef Bruno De Wever gelijk: de grondstroom van Vlaanderen zal nooit, zoals een docu-fictie van RTBf de Franstaligen ooit vooraf spiegelde, in Brussel de onafhankelijkheid komen proclameren. Er staan in Vlaanderen minder dan in Catalonië, minder dan in Schotland, minder dan in Corsica revolutionaire massa’s klaar om de strijd voor de onafhankelijkheid te voeren.

Niettemin blijft Bruno De Wever zich flamingant noemen. Ook ik erger me aan het achteloze Engels waarmee een collega haar afwezigheidsassistent in outlook in het Engels post, terwijl de boodschap alleen door Nederlandstalige en misschien een enkele Franstalige zal worden gelezen. Ook ik stoor me aan het steenkolenengels dat ons Nederlans insluipt. Ik maak me druk in het slang-Engels van jonge collega’s, van getalenteerde allochtone filmmakers die supercool willen zijn, van Brusselse Vlamingen of Vlaamse Brusselaars die Engelse boodschappen sturen om hun Franstalige of Vlaamse kennissen niet voor het hoofd te stoten. En ik blijf me opwinden als ik in Brusselse restaurants of cafés niet met één gebenedijd woord Nederlands ontvangen, bediend of bedankt wordt, terwijl die minimale klantvriendelijkheid in Namen, Luik of Nijvel, om nu even de Waalse steden op te noemen die ik het voorbije jaar heb bezocht, geen enkele keer was verwaarloosd.

Want ik ben fier op mijn moedertaal, ze blijft mijn thuis, mijn zorg, mijn ambitie, mijn leven en mijn broodwinning. De liefde voor het Nederlands blijft ook mijn uitvalsbasis voor de wereld, want ik leerde in mijn Nederlands Dostojevski en Tolstoi kennen, Steinbeck, Hemingway of Orwell, Houllebecq en Yourcenar, Llosa en Marquez, Levi en Malaparte, Saramago, Grass, Doyle, Coetzee, Adiga, Stefánsson, … alleen daarom al blijf ik flamingant.

Dit bericht werd geplaatst in Brussel, geschiedenis, kunst, literatuur, media en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Flamingant

  1. Dries Bergen zegt:

    Ik heb het ook gelezen, maar ben eerlijk gezegd niet echt overtuigd van die meerwaarde die hij aan België geeft.. Als Belgie ophoudt te bestaan, dan blijven we buren en blijft Vlaanderen een klein cultuurgebied.. die zogezegde voordelen van Belgie (en ik ben er niet tegen) zijn volgens mij veel meer het gevolg van het feit dat we grenzen aan de Latijnse wereld en dat we een klein cultuurgebied zijn en zullen dus ook zonder Belgie blijven bestaan.. Bruno De Wever vergeet ook dat we in deze relatie met 2 zijn.. En hoe goed de huidige federale regering ook overeenstemt met de wensen van de meerderheid van de Vlamingen (>70%) en dus Belgen, de vraag is natuurlijk of dit model voor de Walen aanvaardbaar is.. En de recente spoorstakingen geven daarop een mooi antwoord.. de dag dat Wallonië terug op zijn eigen benen kan staan (en die komt er) is het gedaan met Belgie .. dat zal vreedzaam gebeuren en in stappen (daarin geeft ik Bruno De Wever ook gelijk – ik geloof ook niet in de grote stap, maar in de langzame maar zekere verdamping) en iedereen zal daar beter en democratischer van worden.. maar het is een interessant interview..

    Geliked door 1 persoon

  2. Jjan zegt:

    De meerwaarde van België voor Wallonië blijft duren tot Vlaanderen hen niet meer dienen kan. Als Wallonië opnieuw op eigen benen zal kunnen staan (zoals de correspondent hierboven schrijft) stoten ze Vlaanderen af. Wallonië is al lang bezig met een plan B. Wallo-Brux is daarvan hét voorbeeld. Wie dat niet wil zien is ziende blind.

    Wij kennen Stromae (zingt in het Frans) en zij Deus (zingen in het Engels). Wij kennen Brel (zong in het Frans), zij kennen Zjef Vanuytsel niet.
    Waarom?
    Voorbeelden zijn legio hoor. Er is geen interesse van de Franstaligen voor Vlaamse cultuur als die in het Nederlands is.
    Wij kennen een verplichting van het aanleren van het Frans. Zij niet. Een vloek of een zegen? Uiteraard, de Vlaming is polyglot. Op het Europese en wereldtoneel een zegen, in België een vloek.

    Op dit ogenblik praat Jan Hautekiet over het aanleren van het Nederlands door asielzoekers. De voorbeelden die hij aanhaalt is van mensen die hier DRIE maanden wonen en al vrij vlot Nederlands praten. En dan heb je de autochtone Franstalige Belgen… en Jan draait Brel…

    U hebt een paar restaurants in Wallonië bezocht en werd er in gebrekkig Nederlands te woord gestaan. Prachtig. Maar ik werk dagelijks met Franstaligen. Een bedrijf gevestigd in Vlaanderen. Neen, die Franstaligen spreken GEEN WOORD Nederlands. En ik denk dat dit meer de regel is dan de uitzondering.

    U bent fier op uw moedertaal. Maar dit België zet die moedertaal enorm onder druk. De Franstalige olievlek is niet in te dijken. Het Eurostadion is daar een voorbeeld van. De Franstalige hockeyclub in Antwerpen bestaat nog steeds.
    De Vlaamse rand rond Brussel is nog steeds aan het verfransen. De Vlaming past zich aan. De Franstalige niet. En dat is nu juist wat er met het Nederlands gebeurt in dit België. Het is verdrongen in Brussel, het is verdrongen in de faciliteitengemeenten. De uitbreiding stopt niet. Ik woon in de Rand. Neus op de feiten.

    Dit wat de taal betreft. En dan hebben we het nog niet gehad over de centen…
    Komkom Peter.

    Like

  3. Tja Jan en Dries, er is nog flink wat werk aan de winkel ook natuurlijk. Maar ook zorg voor onze taal. Mooie opinietekst van Mia Doornaert vandaag in De Standaard.

    Like

Plaats een reactie